Margo is verpleegkundige in een tehuis waar ook Karel van Vliet woont, die wegens dementie geschieden van zijn vrouw Carolien leeft. Margo is de dochter van een artsenechtpaar en haar ouders zouden ook graag zien dat Margo medicijnen gaat studeren. Margo echter vindt, dat haar roeping in de verpleging ligt en laat zich niet onder druk zetten. Na een breuk met haar vriend wim, die het meer om de praktijk van haar vader gaat dan om haar, besluit ze zelfstandig te gaan wonen. Het contact tussen haar en Carolien van Vliet wordt versterkt tot vriendschap. Dan ontmoet ze Hans, een metselaar van beroep en tussen hen bloeit een zuivere liefde op. Margo's ouders zijn niet blij met deze ontwikkeling en zien veel liever een huwelijk tussen haar en Wim. Het standsverschil zou toch veel te groot zijn. Hoe kunnen Margo en Hans hun liefde behouden als die van alle kanten wordt aangevallen?