Als de kleine Emily Laing in het holst van de nacht kennismaakt met een sprekende rat die ook nog eens van adel blijkt te zijn, beseft ze dat haar leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Maar ach, veel slechter kan het niet worden. Emily groeit namelijk onder erbarmelijke omstandigheden op in het weeshuis van dominee Dombey, een eersteklas naarling die het weeshuis in een van de armste wijken van Londen met harde hand leidt. Emily's grote avontuur begint pas goed als een weerwolf een kind uit het weeshuis ontvoert. Met de hulp van haar beste vriendin, een alchemist die Wittgenstein heet en zijn medestrijder voor de goede zaak, de elf Mauritius Melkwit, gaat ze op zoek naar de dader. Onder de stad Londen ontdekken ze een tweede stad, een fantastische stad, die door de vreemdste wezens wordt bevolkt. Door de engelen uit de bijbel bijvoorbeeld, maar ook door wezens en personen uit andere religies. Door de Egyptische god Anubis en grootkanselier van Kensington. Ze maakt bovendien kennis met
