Guus Vleugel (1932-1998) heeft altijd een opvallende plaats ingenomen in de Nederlandse cultuur. Achtereenvolgens in poëzie, proza en drama drukte hij zijn eigenzinnige en satirische visie uit op de samenleving. Schreef hij in de jaren zestig vele teksten voor het cabaret, in de jaren zeventig begon hij zich toe te leggen op proza en toneelstukken die hij samen met Ton Vorstenbosch schreef. Van 1989 tot 1995 verscheen een reeks columns van zijn hand in HP/De Tijd onder de titel "Mal du Siècle".In Mal du Siècle is een keuze van vijftig columns gebundeld. Geliefd onderwerp in zijn stukken is de Nederlandse literatuur. Zo schrijft Guus Vleugel met grote trefzekerheid over o.a. Gerrit Komrij, Harry Mulisch, Connie Palmen, Renate Rubinstein en Frans Kellendonk. Maar ook buitenlandse auteurs als E.M. Forster, Thomas Bernhard en Camille Paglia worden door Vleugel onder de loep genomen. En vanzelfsprekend analyseert hij in zijn columns messcherp de toestand in de wereld: Joegoslavië,
