Het begint allemaal met een naakt meisje dat uit een taart springt tijdens een feestje in een luxe hotel. Daarna volgt moord op moord op moord. Al snel beseft hoofdinspecteur Nagel, dat hij met een killer van doen heeft die een heilige oorlog voert: een maniak. De politieman volgt een spoor dat hem via Noordwijk, Amsterdam, Jeruzalem, Leiden, Moskou, Tallinn en Haarlem, uiteindelijk in een Noord-Brabants dorpje brengt. Daar volgt op de lieflijke Peel de afrekening met een tegenstander die moordt uit innerlijke noodzaak, een tegenstander die Nagel doodsbang maakt, maar tegelijk ook hevig ontroert.