Met Ik en De Wijven verwierf Wolfgang Hilbig erkenning als de meest interessante auteur van de Duitse bondsrepubliek. In De Mare Van De Bomen bevestigt hij nogmaals deze internationale faam. Hoofdfiguur is een fabrieksarbeider die een roman wil schrijven maar niet verderkomt dan de eerste zin. Hij zoekt inspiratie buiten de stad, waar de kersenbomen van zijn jeugd bloeien. Maar die hebben vrijwel allemaal plaats moeten maken voor een zich ongegeneerd uitdijende vuilnisbelt, waar de restanten van het leven van alledag verzameld worden. Een stinkende apocalyptische plek, bewoond door duistere outlaws op zoek naar toevlucht en houvast. De weinige kersenbomen die werden gespaard worden het symbool van een ongebroken, levenskrachtige natuur.