Het midden- en kleinbedrijf (mkb) geldt van oudsher als de kurk onder de Nederlandse economie. Het is de banenmachine van ons land en neemt twee derde van de totale werkgelegenheid in de marktsector voor haar rekening. Ook wordt 61 procent van ons nationaal inkomen verdiend in het mkb. Kijken we naar de import en export, dan is het aandeel van het mkb daarin 60, respectievelijk 62 procent. Uit cijfers van het CBS blijkt verder dat mkb-bedrijven veel geld uitgeven aan onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. De huidige groei van het aantal mkb-bedrijven in Nederland komt bijna volledig op het conto van de zp'ers. Het aantal 'klassieke' mkb-bedrijven, dus bedrijven waar minimaal twee personen werken, is al jarenlang min of meer stabiel. En wat zorgelijker is, veel van die bestaande bedrijven groeien niet; noch in het aantal werknemers dat ze in dienst hebben, noch in de waarde die ze creëren. De kurk waarop onze samenleving drijft, wordt dus wel groter, maar