Niets gebeurt tweemaal en niets zal tweemaal gebeuren', met deze dichtregel van de begin 2012 overleden Poolse dichteres Wislawa Szymborska (1923-2012), besluit Martine Buitink haar autobiografie, zoals zij ook ieder hoofdstuk begint met een vers of dichtregel van deze dichteres. Szymborska's speelse en heldere, vaak ironische en met een kwinkslag vertelde poëzie trok haar niet alleen bijzonder aan, maar werkte bovendien relativerend op het in de daaropvolgende hoofdstukken geschilderde levensverhaal. In Als een weg door werelden heeft Martine Buitink een schets van haar reis door het leven gegeven. Achteraf ook voor haar een wonderlijke reis met een eigen kompas, dat zich telkens weer richtte op de zin van het leven in het algemeen en op die van haar eigen leven in het bijzonder. Als braaf katholiek plattelandsmeisje was zij ervan overtuigd dat het christendom, met name het katholieke geloof, de enig ware weg was, waarin het volgen van de kloosterroute een bijna vanzelfsprekende