De doopsgezinde broederschap heeft, net als onze Nederlandse maatschappij, verschillende van haar huidige structuren aan de negentiende eeuw te danken. Samuel Muller (1785-1875), doopsgezind predikant en hoogleraar aan het doopsgezind seminarium te Amsterdam, was de verpersoonlijking van de doopsgezinde broederschap in de eerste helft van de negentiende eeuw. Als hoogleraar leidde hij generaties predikanten op, als bestuurder had hij een vinger in bijna elk doopsgezind pappotje. Felle polemieken, afvallige vrienden, uitvoerige correspondenties en een heuse coup tekenen het werkzame leven van Muller. Hij kwam als onbemiddelde Duitse wees naar Nederland om op een studiebeurs de doopsgezinde predikantsopleiding te volgen, maar wist uiteindelijk door te dringen tot het hart van de doopsgezinde bestuursmacht. Deze vlot geschreven historische biografie biedt een boeiende blik op de wereld van Samuel Muller, de 'Menniste Paus'.