Met Michelangelo's Marmer neemt Harman Nielsen (1958) de lezer mee naar een omslagpunt in een nog nabij verleden: het einde van de Spaanse burgeroorlog dat het begin van de Tweede Wereldoorlog werd. Het verhaal, verteld aan de hand van het wel een wee van vier jonge mensen (de Vlaamse verpleegster Ilse uit Berlijn, de net afgestudeerde studenten medicijnen Siger uit Amsterdam, zijn zus Helga en haar vriend Louis, de Amsterdamse kunstenaar, die wil fotograferen zoals Michelangelo beeldhouwde), speelt op dit breukvlak van twee tijdperken. Of eigenlijk op twee breukvlakken omdat het einde van die oorlog vervolgens het begin was van de Koude: twee keer een vrijheid die zich in de knop liet knakken.