Rolf verhuisde in 1934 als zevenjarig jongetje met zijn moeder naar Nederland. Zijn positie als Duitser wordt steeds moeilijker, zeker als de Tweede Wereldoorlog eenmaal is begonnen. Omdat zijn stiefvader joods is en hij als zestienjarige Reichsdeutscher wordt opgeroepen voor de Hitler Jugend, wordt zijn leven verscheurd, maar maakt hij wel dankbaar gebruik van zijn H.J.-uniform om joden te helpen onderduiken tot op het moment dat hijzelf moet onderduiken om aan het Duitse front te ontsnappen. Zijn stiefvader wordt verraden en komt in een concentratriekamp om het leven. Als de oorlog voorbij is, gaat voor hem de strijd gewoon door: hij blijft de gehate mof in een Duits-vijandig Nederland. Bovendien is hij ook homoseksueel. Dubbele discriminatie is het gevolg. Toch blijft Rolf met zijn moeder in Nederland wonen en begint een carrière als architect.Hij vertelt openhartig en uitvoerig over zijn gevoelens voor Nederlanders en verhaalt vrijuit over zijn relaties met mannen en jongens en