‘Honderd jaar geleden plachten ontwikkelde burgerdames in een speciaal cahier hun favoriete gedichten over te schrijven. De wereld begon te vergaan toen dames ophielden een gedichtenschrift bij te houden. De laatste jaren heb ik gedichten die mij troffen gekopieerd en van commentaar voorzien. Soms over het gedicht; soms ook inspireerde het gedicht mij tot een ander onderwerp. Gedichten en commentaren staan hier bij elkaar. De volgorde van de gedichten is die waarin ik ze gelezen (of herlezen) heb. In enkele gevallen kwam ik, geleid door een thema, van het ene gedicht op het andere. In dit boek ben ik mijn eigen voorbije dame.’