Bella, Step, Dikkie en Camiel wonen in de modernste stad van het land: Halmare. Het is zomer en de vier vrienden vervelen zich te pletter. Bovendien is hun vriend Sjef ziek. Om hem er weer bovenop te helpen gaan ze op zoek naar een medicijn: lekker eten en drinken. Hun zoektocht brengt ze van de supermarkt naar de hamburgerboerderij, een satéboomgaard en een rolmopskwekerij. Ze steken er heel wat van op en bovendien hebben ze elke dag een sterk verhaal voor Sjef. ‘En toen?’ vroeg Sjef. ‘Kregen jullie een gratis hamburger vers van het land?’ Dikkie schudde zijn hoofd. Hij gaat de waarheid vertellen, dacht Step. Daar hebben we niks aan. ‘We moesten ze zelf vangen,’ zei ze daarom haastig. Dikkie keek haar verbaasd aan. Te verbaasd om haar tegen te spreken. ‘Dikkie mocht als eerste,’ zei Step. ‘Hij, eh... we moesten in zo’n soort...’ Ze keek naar Camiel. Gelukkig snapte die het. ‘Dikkie mocht een hamburger temmen,’ zei Camiel. ‘Dat was spannend, man. Die