In 1928 organiseerde Amsterdam de achtste Olympische Spelen van de Moderne Tijd. De auteurs Ruud Paauw en Jaap Visser hebben tachtig jaar later een in alle opzichten indrukwekkend boek geschreven over dat hoogtepunt uit de Nederlandse sportgeschiedenis. Model voor de Toekomst biedt een fascinerende inkijk in het verzuilde Nederland van die tijd. Ondanks de tegenwerking van de politiek werden de Spelen een groot succes. Door het Internationaal Olympisch Comité werd Amsterdam 1928 zelfs beschouwd als een ijkpunt in de Olympische geschiedenis. Voor het eerst was sprake van moderne, goed georganiseerde Spelen, waar ook vrouwen ruim baan kregen; al werd dit door diverse Nederlandse sportjournalisten vooralsnog met een gevoel van grote afkeer bezien. In Model voor de Toekomst geven Paauw en Visser voor het eerst een volledige beschrijving van de impact van het grootste sportevenement dat Nederland ooit binnen de grenzen heeft gehad. Sportief, maatschappelijk en politiek waren de