De opkomst van het moderne Griekse verhaal is vooral verbonden met de ‘Generatie van 1880’: een ware stroom aan minder of meer realistische en dikwijls semi-autobiografische verhalen over het leven op het Griekse platteland, met enkele groten die dankzij hun (psychologische) diepgang de louter beschrijvende ‘ethografie’ overstijgen. In de twintigste eeuw worden de beschrijving van het stadsleven en het (socialistisch) engagement steeds belangrijker; ook symbolisme, modernisme en existentialisme doen hun intrede. Hoewel een aantal verhalen over de grote trauma’s uit de moderne Griekse geschiedenis vertelt – Kleinaziatische Catastrofe van 1922, dictatuur, bezetting en burgeroorlog in de jaren dertig/veertig, ongekend snelle en chaotische verstedelijking sinds de jaren vijftig en kolonelsregime van 1967-74 –, is de bundel allesbehalve droefstemmend. Leegloop van het platteland en eenzaamheid en vervreemding van de moderne stadsmens, zoektocht naar persoonlijke en Griekse