Voor het eerst na de scheiding van haar ouders gaat Katelijn, de twaalfjarige vertelster in "Montelimar", op reis met haar moeder en haar nieuwe vriend. De vakantie verloopt rampzalig. Katelijn weet wat er van een redelijk, intelligent kind verwacht wordt: de vriend van haar moeder accepteren. Waarom dat niet lukt, waarom ze verstrikt raakt in een geobsedeerd verzet, wordt pas duidelijk uit de aantekeningen die ze maakt in een poging greep op zichzelf en haar omgeving te krijgen. Accuraat en zonder zich mee te laten slepen door de emotie van het ogenblik brengt ze de situatie in kaart. Het baltsgedrag van haar moeder. Haar afkeer van de vriend, die ze zelfs weigert bij zijn naam te noemen. Herinneringen aan vroeger. De nog steeds niet verwerkte scheiding. De afstand ten opzichte van anderen die nog wel in de oude vertrouwde wereld leven. Verbaasde notities over haar eigen verwarring en de steeds verder gaande pogingen die ze doet om de liefde tussen moeder en vriend te saboteren. Als h
