De familie van Heer Meren, de vertrouweling van farao Toetanchamon, heeft een ongelukkig tijdstip uitgekozen om een feest der vreugde te houden: net nu de resten en de schatten van Achnaton en Nefertiti verplaatst moeten worden om ze te beschermen tegen ontstemde priesters. Meren en zijn zoon Kysen worden verantwoordelijk gesteld voor het in elk opzicht ingrijpende transport. Daarom is Heer Meren zo buitengewoon verontrust als in een van zijn graanschuren het lijk van de feeks Anhai, de vrouw van zijn neef, wordt aangetroffen. Terwijl Heer Meren moet gehoorzamen aan de bevelen van Toetanchamon en de koninklijke resten moet beschermen, krijgt hij ook nog eens opdracht een moord te onderzoeken die een van zijn familieleden - of een van zijn gasten - gepleegd kan hebben.