1924 Sjaan, hoogzwanger van haar eerste, leidt een comfortabel geregeld leven. Alles ligt bij voorbaat vast: van maandag-wasdag en vrijdag vis tot de doopnamen die haar kind zal krijgen. Het enige wat Sjaan moet kiezen is de kleur van het babymutsje dat ze hoopt te kunnen kopen van uitgespaard tramgeld. Maar dan vindt ze een merkwaardig briefje van haar man, laat haar taken voor wat ze zijn en gaat naar buiten. 2005 Elin ontdekt tussen twee vergaderingen in dat haar vader is overleden. Plotseling moet ze samen met haar broer en zus van alles bepalen. Het lichaam beschikbaar stellen aan de wetenschap of door middel van geluidstrillingen verpulveren? Bloemen of een rekening nummervan een goed doel? Een kerkdienst of niet? En zo ja, kiezen ze dan voor hosties, matzes of Turks brood? Of doen ze dat Turks brood naderhand, besmeerd met tapenade, in plaats van cake? Morgen is het Zondag, gisteren was het maandag geeft een levendig beeld van de revolutie die de Nederlandse roomskatholieke
