Nicolien de Kroon, een gewone moeder uit het Noord-Hollandse Andijk volgt haar roeping met heel haar hart en verstand. Via het verhaal van haar jeugd, deels doorgebracht op Curaçao, neemt zij de lezers mee naar 1991, het begin van de Eerste Golfoorlog. Zij wordt gearresteerd door de CIA, als zij haar zorgen over de kinderen in Irak en Koerdistan wil delen met president Bush. Samen met vele moeders en hun kinderen vult zij in al die jaren meer dan 200.000 bananendozen met onder meer medicijnen, voedsel, kleding en knuffels om de hulpgoederen vervolgens zelf naar de grootste brandhaarden op de wereld te brengen. In Koerdistan wordt zij 'De rots die warm is van de zon' genoemd en in Nederland 'Moeder zonder grenzen'. Haar verhaal neemt u mee naar woestijnen, sloppenwijken, vluchtelingenkampen en oorlogsfronten in Europa, het Midden-Oosten en het Verre Oosten. Op het Rode Plein in Moskou laadt zij kinderpakketten uit een vrachtwagen. Na afloop is het kantoor van president Gorbatsjov tot