Als psychotherapeute gespecialiseerd in de behandeling van terminaal zieken ontdekte Sukie Miller dat de angst om te sterven bij veel van haar cliënten direct te maken had met de onzekerheid over wat er na het overlijden gebeurt. Acht jaar lang bestudeerde ze de opvattingen over het hiernamaals die in diverse culturen aangetroffen worden. In na de dood onderscheidt ze vier fasen van de reis in het hiernamaals. Tijdens het wachten komt de overlevende in het reine met zijn nieuwe status. In het oordeel wordt in de Egyptische, de Tibetaans boeddhistische, de christelijke en andere tradities het net beëindigde leven geëvalueerd. In de mogelijkheden accepteert de overlevene zijn lot van licht en liefde, of van straf en pijn. In de vierde fase van de terugkeer is er sprake van reïncarnatie of een andere vorm van wedergeboorte. Miller illustreert deze fasen aan de hand van fragmenten van therapeutische sessies, anekdotes, verhalen, interviews met sjamanen, priesters, religieuze leiders