In dit boek wordt de Nederlandse kunst van de afgelopen negentig jaar op heldere wijze en rijkelijk geïllustreerd in kaart gebracht. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de schilderkunst maar ook aan recentere ontwikkelingen zoals de performance, conceptuele kunst en fotografie. In de zes hoofdstukken wordt steeds de nadruk gelegd op een jaar: 1916-1930-1955-1960-1969 en 1980. Aan de hand van deze ´dwarsdoorsneden´ wordt een intrigerend beeld geschetst van het kunstklimaat van deze eeuw: wisselwerkingen tussen kunstenaars en richtingen, de rol van kunstenaarsgroeperingen, critici, verzamelaars, musea en de laatste decennia ook de overheid. Deze unieke aanpak maakt NEDERLANDSE KUNST VANAF 1900 tot een waardevol naslagwerk.
