Het was een goede vraag die de rijke jongeling aan Jezus stelde. Het getuigde bovendien van diep respect dat hij voor Hem op de knieën viel. Hij nam de godsdienst zeer serieus; van jongs af aan onderhield hij Gods Wet. Hij was een jongeman voor wie de Heere Jezus genegenheid opvatte. Toch keerde hij bedroefd naar huis; Jezus vroeg hem te scheiden van alles wat hij bezat en Hem na te volgen. Het viel hem hard aan deze voorwaarde te voldoen. Hoelang buigen wij onze knieën al met dezelfde vraag: 'Goede Meester, wat zal ik doen om het eeuwige leven te beërven?' Hoelang reeds vragen wij om het doorbrekend werk van de Heilige Geest, zonder dat wij onze boezemzonden vaarwel hebben gezegd? Hoe hard valt het ons te kiezen tussen God en de Mammon? Thomas Boston laat zien dat ook wij, tenzij we alles verlaten en Jezus aanhangen, het koninkrijk Gods niet zullen beërven.