Hoewel Vrouwen van Parijs (1954) internationaal in de boekenkast van geen enkele fotoliefhebber ontbreekt, is het oeuvre van Nico Jesse ten onrechte in vergetelheid geraakt. Met zijn kleinbeeld camera en door het veelvuldig gebruik van flitslicht maakte hij in de jaren vijftig verrassend eigenzinnige en ongedwongen foto"s, met bewegingsonscherpte als belangrijk kenmerk. Door zijn achtergrond en joyeuze levensstijl werd de betekenis van Nico Jesse als fotograaf bij leven door velen onderschat. Dit boek moet daarin verandering brengen door, naast losse fotografische hoogtepunten uit zijn oeuvre, ruime aandacht te besteden aan zijn activiteiten als een van de meest succesvolle Nederlandse makers van fotoboeken. Opvallend in deze fotoboeken zijn de bijna filmische beeldsequenties. Direct na zijn propedeuse medicijnen in Utrecht overweegt Nico Jesse al in 1932 om fotograaf te worden. De fotografie blijft zijn passie, maar hij rondt zijn artsenstudie af en is tot 1955 werkzaam als huisarts.