Vroeger voltrok een carrière zich onder de bevoogdende vleugels van een en dezelfde werkgever. Tegenwoordig streeft de werkgever naar de juiste mens op de juiste plaats gedurende de juiste periode, en dat hoeft niet steeds dezelfde persoon te zijn. Ook de werknemer is veranderde: vooral het 'voldoeningsgehalte' van werk is belangrijk geworden. En die voldoening is niet noodzakelijk steeds bij een werkgever te vinden. De werknemer zal daarom steeds meer zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen carrière, dus voortdurend alert blijven op de ontwikkeling daarvan en doelbewust stappen zetten om die ontwikkeling in de gewenste richting te sturen. Het nieuwe carrièreboek is hierbij een praktische leidraad. Vier stadia komen aan bod:Inventarisatie (van eigen kunnen en willen, en mogelijkheden op de arbeidsmarkt;Opsporing (van vacatures langs diverse kanalen;Profilering (schriftelijk, mondeling en in tests;Indiensttreding (arbeidsovereenkomsten, afspraken).Ten slotte krijgt het verder
