Lennaert Nijgh (1945-2002) werd bekend dankzij zijn onvergetelijke bijdrage aan de Nederlandse liedgeschiedenis. Hij schreef hits voor onder andere Boudewijn de Groot, Astrid Nijgh, Adèle Bloemendaal, Liesbeth List en Ramses Shaffy. Menigeen groeide op met 'Welterusten, meneer de president', 'Pastorale' en 'Testament'. Behalve gelauwerd liedtekstschrijver was Nijgh ook columnist. In Haarlems Dagblad deelde hij van 1986 tot kort voor zijn dood in november 2002 zijn gedachtewereld met de krantenlezer.Nijgh vertelt over zijn 'goede schip', de kotter De Jonge Jacob, die hem dikwijls naar het door hem gekoesterde Engeland bracht. Hij verhaalt van zijn huiskat en levensgezel Meneer. En als amateur-historicus maakt hij zich soms vrolijk, dan weer boos over de veranderingen in 'zijn' Haarlem, waar het café zijn huiskamer is. Hij laat zich van zijn persoonlijke kant zien in de verhalen over zijn geliefden en over zijn ouders, die hij tot hun dood verzorgde.In Nog even en ik zie de hemel weer