Paul komt door zijn grensoverschrijdende gedrag in de hulpverlening terecht. De noodkreet die hij uit-zendt verzandt in spraakverwarringen, procedures en wachtlijsten.Paul vereenzaamt. Hij voelt zich niet begrepen door zijn ouders en de hulpverleners. Hij is veel buitenshuis, en spijbelt van school. Op straat ont-moet hij een andere jongen met een belast ver-leden. Ze sluiten vriendschap en vinden samen structuur door te gaan werken en leren op een zorgboerderij.