De nacht van 9 november 1989 in Berlijn wordt in deze roman in herinnering geroep. Hettsche verbeeldt hier hoe de grens openbarstte en hoe in die nacht West en Oost elkaar in de armen vielen. Niets bleef meer hoe het was, nocht voor de opengereten stad, noch voor de hoofdpersoon, een jonge moordenares op de vlucht, die in het duizelingwekkende Berlijn in een spektakel van uitspattingen terechtkomt. Geen enkele andere schrijver uit het Westen heeft aangedurfd wat Hettsche met Nox (Latijn voor nacht) is gelukt: een literaire vorm vinden voor wat er in die nacht gebeurde.
