Marten Toonder (1912-2005) werd vooral bekend als schepper van de stripverhalen over Olivier B. Bommel en Tom Poes. Maar behalve schrijver en tekenaar was hij ook dichter: hij publiceerde poëzie op naam van Querulijn Xaverius Markies de Canteclaer van Barneveldt. Deze verscheen in de bundels Hanezang (1987) en Vleugeljaren (1989), en vervolgens in De verzamelde poëmen (1997). Daarnaast publiceerde Toonder echter nog gedichten in diverse tijdschriften en bundels. Zo debuteerde hij als dichter in 1947-1951 met een negental 'nonsensgedichten' in De Groene Amsterdammer onder de naam Marten, waarvan BARLEMANJE befaamd werd: ''t Was grol en gloei / En slomig broei / In lure, slore stirren.' Dick de Boer en Klaas Driebergen - auteur van Bommel en Bijbel - brachten voor dit boek voor het eerst al het dichtwerk van Toonder bij elkaar. Inclusief de onvoltooid gebleven poëziefragmenten van de markies en andere verzen uit de Bommelsaga. Daarbij ontdekten ze ook enkele gedichten die nooit