Hoewel Amsterdam geen verplicht, ommuurd getto heeft gekend, woonden de joden rond de eeuwwisseling voornamelijk in de buurt rond de Jodenbreestraat. Ze leefden daar in armoedige omstandigheden, veelal in kelderwoningen. In 1916 werd begonnen met de afbraak van de buurt en tien jaar later werd het laatste gedeelte gesloopt. Inmiddels is van de buurt vrijwel niets meer terug te vinden.In Ochenebbisj B Jiddisch voor 'och arme' B zijn zo'n veertig verhalen, geintjes en gedichten opgenomen van schrijvers als Multatuli, Is. Querido, Herman Heijermans, Sam Goudsmit en Jacob Israël de Haan. De meeste verhalen zijn van onbekende en vergeten schrijvers als Jos. Loopuit, A.M. Reens, rabbijn Meijer de Hond, Hijman Overst, Jules de Vries, Herman Oversteeg, S. van den Eewal, Philip van der Woude, M.C. Snijder en A. Manheim. Veel van deze teksten verschenen in obscure, nu vrijwel onvindbare brochures.De verhalen gaan over het huiselijke leven, het marktwezen, de diamantindustrie, voor- en