Heel ver weg, in de verste, allerverste verte zagen ze een rood stipje bewegen.Het stipje werd groter en groter.Vol verbazing keken de dieren hoe het stipje dichterbij kwam en steeds maar groter werd.Oentje piepte opgewonden: 'PIEPERDEPIEPER, dat is een boot!'Dat is een rode roeiboot!'Er nu ligt er een boot in de grote kikkersloot.Een rode roeiboot.Oentje Kalkoentje is de kapitein van de boot.Oentje wil gaan varen.Heel ver weg!Maar!Een kalkoen kan niet varen!Een kalkoen kan ook niet zwemmen!Een kalkoen kan ook niet roeien.Of kan Oentje Kalkoentje dat wel?.