Olaf is dolgelukkig als hij met zijn broertje Ivar een cavia mag uitzoeken in de dierenwinkel. Ivar wil liever goudvissen, maar twee soorten huisdieren wordt mama en papa te veel. Als Olaf en Ivar voor de tweede keer in de dierenwinkel komen, ziet Olaf dat er uit de winkel gestolen wordt. Een van de dieven snauwt hem toe dat hij zijn mond moet houden over wat hij gezien heeft, want anders...Olaf is bang, niet alleen voor die twee gemene mannen, maar ook voor Kees, een jongen uit zijn klas die hem altijd pest. Een paar dagen later besluit Olaf dat het afgelopen moet zijn met zijn angst. En dat doet hij iets heel dappers...
