Tijdens de Olympische Spelen in Moskou in 1980 is Olga Ivanovna, dochter van een Russische oorlogsheld, tolk voor de buitenlandse atleten. Als ze met een van hen een relatie begint, roept de KGB de jonge vrouw op het matje: door haar gedrag besmeurt zij de eer van haar familie én van het vaderland. Olga heeft geen keus: alleen door voor de KGB te gaan werken, kan ze haar carrière redden.