De mens ontwikkelt zich volgens Martinus door zijn lijden tot een alliefdevolle mens naar Gods beeld. De ontwikkeling van een geestelijke wetenschap naast de materiële wetenschap is hierbij noodzakelijk. Onze cultuur is onvolmaakt en deels gebaseerd op bijgeloof. De weg vooruit gaat via kennis over handelwijze en gedrag, wat hetzelfde is als wijsheid. Deze wijsheid zal uiteindelijk culmineren in naastenliefde.Reïncarnatie geeft ons de mogelijkheid tot ontwikkeling, de mogelijkheid om van primitiviteit te groeien naar hoogintellectualiteit, naar een wereld waarin allen "één zijn met de Vader".