Zo was Carl dus na twee jaar MULO en zonder diploma naar de Ambachtsschool gegaan. Een tijdlang scheen het goed te gaan, doch nu had zijn moeder argwaan gekregen, waar het zijn schoolgaan betrof. Hij kwam ongeregeld thuis de laatste dagen en 's morgens haastte hij zich niet meer zo. Toch ging hij iedere dag weg, kwam 's middags zijn boterhammen eten, om direct daarna weer op zijn pijlsnelle fiets te verdwijnen. Hij was ook weer uitgelaten vrolijk en hij vertelde niets over het werk op school.