'Goddank kan ik morgen weg. Het gaat stormen en regenen, hoorde ik. Het is allemaal niet erg. Het gaat erom samen met Å als gestoorde gedrevenen te jakkeren, ergens nooit langer dan tien minuten blijven, tenzij om te eten. Dat we nooit ergens naar tevredenheid zullen ariveren en zullen blijven, staat op voorhand vast. Daar is het allemaal om begonnen. Er is niets dramatisch, integendeel, maar het is wel zoals het is.' In onverrichter zake, het debuut van Mathijs Deen (1962), wordt veel ondernomen maar zelden iets afgemaakt. De e-mails, brieven en verslagen die de hoofdpersoon W. Zwaan aan vrienden en geliefden schrijft, getuigen van een stuurloos leven dat zich afspeelt tegen het decor van universiteit, televisie, radio en enkele weinig opbeurende reisbestemmingen in binnen- en buitenland. Onverrichter zake is een opwekkend boek over frisse tegenzin en onvervuld verlangen.