Meteen na de oorlog schreef Coen Rood zijn herinneringen op aan de elf werk- en concentratiekampen die hij had overleefd. Een ongelofelijk relaas, juist door zijn directheid, dat vaak gebruikt is door historici als Loe de Jong en Jacques Presser. Het verschijnt nu voor het eerst in druk.Op 23 april 1942 kreeg de Joodse Coen Rood, geboren in 1918 en kleermaker van beroep, een uitnodiging om zich te laten keuren voor een werkkamp. Het zou het begin zijn van drie ongehoord zware jaren, waarin hij van kamp naar kamp werd gesleept, in Nederland, Duitsland en Polen.Vele malen zag hij de dood in de ogen. Maar hij overleefde, op het nippertje, en besloot direct na de bevrijding zijn belevenissen op te schrijven. Zijn terugblik lijdt zodoende niet aan de vertekening waaronder herinneringen van later datum vaak gebukt gaan. Om die reden hebben veel geschiedschrijvers van Roods manuscript gebruik gemaakt. Maar een integrale publicatie kwam er nooit. Met het verschijnen van Onze dagen wordt voor