Dichters en sport: water en vuur? Neen dus. Maar soms spettert het toch. Veel dichters zijn ooit, al was het maar heel even, in gedichten en gedachten met sport bezig geweest. Sport als divertimento binnen het veelal ernstige en grote raderwerk van de lyriek. Met soms verrassend sprankelende gevolgen zoals bij Claus die ons in het harnas van Amerikaanse footballspelers jaagt of Schierbeek die John Akii Bua als een donkere Afrikaanse god de horden laat nemen. Gespierde poëzie van dichters die zich samen met de atleten in een tot de nok gevuld stadion laten toejuichen, een olympische lauwerkrans om het hoofd.