OP HET DAK VAN DE WERELD De beklimming van de 14 hoogste bergtoppen ter wereld In 1950 werd de Annapurna, een achtduizender in het Himalayagebergte, voor het eerst beklommen. Tussen 1950 en 1960 werden alle andere bergtoppen ter wereld van 8000 meter of hoger ook beklommen. Deze periode was het gouden tijdperk wat betreft bergbeklimmen op grote hoogte. De enige uitzondering was de Shisha Pangma, die pas in 1964 beklommen werd. Klimmen op een hoogte van 8000 m is een gevaarlijke onderneming. Deze hoogte komt grofweg overeen met het begin van wat de ‘dodenzone’ wordt genoemd: de hoogte waarboven een mens, hoe warm gekleed en hoe goed doorvoed ook, binnen een paar uur of een paar dagen sterft. Door de beperkte hoeveelheid zuurstof in de lucht kan het lichaam immers niet meer naar behoren functioneren en zal het langzaam aan aftakelen. Daarom werden veel van de toppen van meer dan 8000 meter, vooral de hoogste, pas beklommen met behulp van extra zuurstof. Tegenwoordig worden
