Nina gaat studeren in de stad. Ze vindt een kamer in een groot, oud huis en is haar eigen baas. Maar met het studeren wil het niet echt vlotten. Is die geneeskunde wel iets voor haar? Of kan ze haar draai niet vinden omdat ze moet wennen aan vuistdikke syllabussen, aan de gore keuken en badkamer en aan haar rare huisgenoten? Judith praat met oude heiligenbeelden. Laura is hele nachten aan het chatten. David gluurt naar de meisjes. Bo gaat helemaal op in vreemde studentenrituelen. Karim kijkt dwars door de mensen heen. Raar volk. Maar is Nina zelf wel zo gewoon? Nu ze helemaal op zichzelf is duikt ze in haar verleden, in haar eigen prehistorie. En er komt oud zeer boven. Het wordt een lastig maar belangrijk jaar voor Nina. Zoveel keuzes, zoveel beslissingen, zoveel probeersels. Ze struikelt en valt, ze gaat plat op haar gezicht. Zal het haar lukken nieuwe vrienden te maken? Zal ze haar eigen plek, in de stad, in het huis, in haar kot, in haar vel vinden?