In 1799 verscheen Reize door de Majorij van 's Hertogenbosch, anoniem, bij een uitgever in Amsterdam. Het bleek het eerste deel van een beschrijving van een reis door Brabant. Een jaar later volgde een tweede boek, kort daarop een derde. Dat laatste boek droeg de titel Gedachten over de Meiërij van 's Hertogenbosch en derzelver inwoners. Wie de auteur was van deze geschriften is nooit vastgesteld. De naam van dominee Stephanus Hanewinckel viel, maar bewijzen voor zijn auteurschap zijn nooit gevonden. Dat de auteur graag anoniem bleef, valt te begrijpen. Reize door de Majorij van 's Hertogenbosch is brandende lectuur. Als een chirurg aan de snijtafel ontleedt de schrijver katholiek Brabant, in heldere en genadeloze volzinnen, in een stijl die aan Gerard Reve doet denken. Nederland is bezet door de Fransen, de Brabantse katholieken wringen zich onder het juk van de Republiek en protestanten uit en eisen hun kerken op, en terwijl de auteur al reizend zijn windmolens bevecht en zijn