In de Limburgse gemeente Diepenbeek wordt onder een muziekkiosk het halfvergane lijk gevonden van een onbekende man. Als even later in de kathedraal van Hasselt ook het dode lichaam wordt aangetroffen van de Hasseltse deken, is dat natuurlijk breaking news. Beide mannen zijn op een gruwelijke manier vermoord. De zaak krijgt uitzonderlijke dimensies als blijkt dat er waarschijnlijk een link is met een groot pedofilieschandaal dat de Katholieke Kerk doet daveren op haar grondvesten. De moorden betekenen ook een streep door de rekening van hoofdinspecteur Kareem Zeiz, die net geniet van een welverdiende vakantie. Zijn deze moorden het startschot voor een oorlog tussen pedofilieslachtoffers en -daders, of is er nog iets anders aan de hand? Zeiz laat zijn vakantie voor wat ze is en stort zich op de zaak, die voor hem algauw een ware nachtmerrie wordt. In het politiekorps krijgt hij weinig steun van zijn oversten, die azen op promotie en schandalen kunnen missen als kiespijn. Hij dreigt een
