Deze heruitgave is voorzien van een actuele, nieuwe inleiding door dr. W. van Vlastuin. Hierin blikt hij terug op de jaren tussen de eerste druk en heden. Dit boek is geschreven vanuit een diepe bezorgdheid over de situatie van de kerk in Nederland. Het godsdienstig bedrijf draait op volle toeren. We hebben goede predikanten en volle collectezakken. In de gereformeerde gezindte valt nog niet te klagen over het aantal kerkgangers. Allerlei reformatorische activiteiten onder strepen de bloei van het kerkelijk leven. Wat is echter het verschil met een maatschappelijke organisatie? Zijn wij nog kerk, of bestaat onze godsdienst niet uit zo veel meer dan plichten en vormen? Is het verval van buitenaf en van binnenuit niet reeds veel verder doorgedrongen dan we voor waar willen houden? Is heel ons denken niet geseculariseerd? Uitgangspunt bij het schrijven van dit boek is enerzijds dat wij gezondigd hebben en dat schuldbelijdenis nodig is. Maar anderzijds ook dat Gods almacht en genade in