De geschriften van Meister Eckhart (1260-1327) behoren, met die van zijn leerlingen Johannes Tauler en Heinrich Seuse, tot de belangrijkste documenten van de filosofisch-speculatieve mystiek in Duitsland, en staan in de buitengewoon interessante traditie van wat de 'negatieve theologie' wordt genoemd. Eckhart verbindt, vooral geïnspireerd door Augustinus, het neoplatonisme met de christelijke godsidee tot een zeer persoonlijk stelsel. Uit zijn onvoltooid gebleven en slechts gedeeltelijk overgeleverde Latijnse werk, dat onder meer bijbelcommentaren en probleemstellingen omvat, spreekt de academisch geschoolde denker. In zijn in de volkstaal geschreven traktaten en preken is Eckhart in de eerste plaats zieleherder en een scherpzinnig en gevoelig kenner van de menselijke natuur. Van de aan Eckhart toegeschreven traktaten gelden de Levenslessen ("Die rede der unterscheidunge"), de weergave van tafelgesprekken die Eckhart als prior van het klooster in Erfurt omstreeks 1289 met zijn