In dit boek zien we, aan de hand van zijn voornaamste werken, chronologisch gerangschikt, hoe Koen Deprez tussen 1981 en 2013, gedreven door een groeiende ergernis jegens de geestelijke en esthetische armoede van de moderniteit, zoekt naar nieuwe benaderingen van de ruimte, die hij opeenvolgend espace critique, espace télé, referentiële architectuur, romaneske ruimte en uiteindelijk, in dit boek, de cinematografische of doofstomme ruimte noemt, waarbij met dat laatste gedoeld wordt op een architectuur die geen stijlkenmerken oplegt, ze ook niet zomaar combineert, maar gebruikt als een spiegelpaleis voor vrije geesten, waarbij de bedoeling of de betekenis van een voorwerp of ruimte nooit vastligt, maar gevoed wordt door ons persoonlijke en collectieve verleden.