Na een uur kwam ik verhit de kamer binnengestormd, keek mijn moeder ondeugend aan en zei "Mam, ik weet wat liefde is. Het is de bekroning van de seksuele eenwording van de mens." "O ja, jongen, is dat zo? Nou ga dan nog maar even buiten spelen." Max ontdekt inderdaad wat liefde is, maar ook de vernederingen en verdriet blijven hem in zijn jeugdjaren niet bespaard. Na het stuklopen van zijn huwelijk begint hij een lange speurtocht naar geborgenheid en geluk. Zijn oogopslag, een melange van verholen woede en melancholie, trekt vele vrouwen aan, maar geen enkele relatie blijkt levensvatbaar. Teleurgesteld stort hij zich in excessen en extases, waarin hij zichzelf verliest. Na een intense strijd wordt hij uit zijn eenzaamheid verlost en daalt hij met zijn grote liefde af tot in de kelder van zijn ziel.
