Om zich in de 19e eeuw als socialist te uiten, is zeer riskant. Vanwege deze gezindheid wordt G.L. Janssen (1859-1932), sergeant-majoor bij het Regiment der Grenadiers en Jagers in Den Haag, in 1886 overgeplaatst naar Bergen op Zoom 'verbannen', zoals hij zelf zegt. Hij is dan o.m. onder het pseudoniem 'Mucius Scaevola' medewerker aan Recht voor Allen. Voor de publicatie van een spottend artikel over de koning wordt de redacteur van dat blad, F. Domela Nieuwenhuis, even later veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf.In Brabant leidt Janssen verder - noodgedwongen - een dubbelleven. Enerzijds is hij daar een gerespecteerd burger als 'de' redacteur van de Nieuwe Bredasche Courant, anderzijds is hij een 'radicaal' socialist, 'zo rood als een kreeft'. Veiligheidshalve hanteert hij o.m. de pseudoniemen 'Peer Corstiaan' en 't 'Zondig Paterken'. Uiteraard is het leiden van zo'n dubbelleven niet eenvoudig. Dit boekje verhaalt daarover.In De Nieuwe Amsterdammer, bijgenaamd 'De Mosgroene',