Als Peer een sportwinkel binnenkomt, wordt hij vanzelf gelukkig. Al die sportdingen bij elkaar! Hij droomt dat alles van hem is en dat hij alle sporten kan beoefenen. Alles nieuw en blinkend aan je lijf, mooie, dure sportschoenen en een geweldig trainingspak. Peer is sportief. Hij honkbalt bij de Pirates, gaat in de zomer op paardenkamp en als hij met zijn vriend mee mag naar rugby doet hij dat ook. Zijn moeder schrikt ervan. Rugby? Die sport waarbij ze elkaar vastgrijpen en op de grond slingeren? Dat is een sport voor woestelingen. Maar niets gaat Peer te ver.
