Toen de uitgever ons verzocht een boekje te willen schrijven over Pleun Kleijn hebben we daar, na enige aanvankelijke aarzeling, in toegestemd. Die aarzeling was er omdat we meenden dat er niet voldoende materiaal zou zijn. Dat vermeende bezwaar is inmiddels opgelost. De vier geschriften die Kleijn ons heeft nagelaten, aangevuld met de vele herinneringen uit eigen jeugdjaren, leverden voldoende stof op voor een boekje, dat naar we hopen in vele opzichten leerzaam zal blijken te zijn. Van de weinigen die Kleijn nog gekend hebben, ontvingen we tal van nuttige aanvullingen en ophelderingen. De stijl van Kleijns geschriften is niet gemakkelijk. Dat komt door het woordgebruik, de soms zeer lange zinnen, de vele herhalingen en het ontbreken van tussenkopjes en een hoofdstukindeling. Gezien de hoogst actuele inhoud van vele zaken die door Klei)n aan de orde werden gesteld, hebben we een poging gedaan zijn gedachtegoed toegankelijk te maken voor de lezers van nu. Dit vooral met het oog op