De Franse filosofie is geobsedeerd door de politiek - al sinds de Franse Revolutie. Maar eigenlijk zijn de Franse denkers vooral bang voor de politiek: ze zijn gevangen geraakt tussen terrorisme en machteloosheid. In een sprankelend panorama van het naoorlogse politiek denken geeft dejonge filosoof en historicus Luuk van Middelaar die spanning helder weer. Trefzeker schetst hij het bruisende intellectuele leven in de stad die zich het brein van de wereld waant: Parijs. Allereerst verschijnt de curieuze Russische geleerde Alexandre Kojève, die met zijn Hegelcolleges in de jaren dertig vrijwel alle latere beroemdheden betoverde. Hierna treden drie opeenvolgende generaties naar voren: Sartre met zijn carrousel van revolutionair engagement, de neonietzscheanen en hun 'gevecht op het strand', en de neokantianen als ,ratten in een ruïne'. Aan het slot van zijn betoog belicht Van Middelaar enkele hedendaagse Franse filosofen. Hun begrip van de democratie als meest politieke en meest