De wereldliteratuur telt weinig schrijvers die zich zo hartstochtelijk aan hun lezers hebben uitgeleverd als August Strindberg (1849-1912). De vijfentwintig delen van zijn verzamelde werken verschaffen ons een grote hoeveelheid autobiografisch materiaal. Het tweedelige De zoon van een dienstbode geeft nauwkeurig verslag van de jaren tussen 1849 en 1872. Het tweede deel daarvan, Tijd van gisting, eindigt kort vóór Strindberg met Meester Olof de weg naar roem als toneelschrijver zal inslaan. Strindberg begon met deze autobiografie van zijn jeugd na de veroordeling wegens onzedelijkheid van zijn bundel Huwelijksverhalen (Grote ABC nr. 104). Geestelijk wordt hij ondermijnd door de eigen huwelijksproblematiek, en geldgebrek dwingt hem tijdelijk de meest uiteenlopende baantjes aan te pakken. Toch weet hij zich te dwingen tot het neerschrijven van dit psychologisch zo verhelderende relaas van zijn jonge jaren. Stond in het eerste, eveneens in 'Privé-Domein' verschenen deel de periode tot