Twee geïdealiseerde vrouwenfiguren staan aan het begin en het einde van de Beweging van Tachtig: Mathilde was de gedroomde geliefde van Jacques Perk en Mei die van Herman Gorter. De vier dichters die de vernieuwing bepaalden, Jacques Perk, Willem Kloos, Albert Verwey en Herman Gorter, worden in dit boek in hun onderlinge samenhang en in hun prestaties beschreven. Aansluitend komt een document ter sprake dat tot nog toe weinig aandacht kreeg: de maar in één handschrift bewaarde sonnettencyclus die Jacques Perk voor zijn vriend Willem Kloos schreef en, omgekeerd, de sonnetten van Kloos voor Perk. Hun vriendschap duurde maar één jaar (1880-1881), maar is - na de vroege dood van Perk in 1881- wel de basis geworden van de verdere ontwikkeling van de dichtkunst in Nederland. Perk is vooral bekend geworden door zijn "Mathilde-cyclus", die door Kloos, in samenwerking met de oudere Carel Vosmaer, in 1882 werd gepubliceerd en daarna vele malen herdrukt. Perks - later in dat jaar van